Vandenberg Village, we have been there. Check!

16 januari 2016 - Carpinteria, California, Verenigde Staten

Vertrokken uit Morro Bay, doel Santa Barbara, verder over de prachtige Highway 1, niet de hele tijd langs de Atlantische kust, maar nu ook door stukken landbouwgronden waar, wat ik begreep, aardbeien en/of artisjokken worden geteeld. Het schijnt dat deze weg rijden in de richting van San Francisco naar Los Angeles een stuk relaxter is dan andersom. En met een rustig tempo in een lekker zonnetje (af en toe zelfs het raampje open!!) en natuurlijk aangenaam gezelschap is dat inderdaad zeer relaxed. Tussendoor ergens hebben we nog even rondgereden op een bewaakte RVcamping (de bewaker keek net even de andere kant uit toen we de openstaande slagbomen binnen reden): vele tientallen van die grote bakbeesten netjes op een rijtje, daarnaast niet echt blij uitziende mensen. 

Het stuk Highway 1 wat wij vandaag hebben gereden is ook een stuk van de route die genomen is door Juan Bautista de Anza. Langs de weg staat dit om de zoveel mile met een kleurig bordje aangegeven. We waren wel benieuwd wie die Jan Anus (om te onthouden geef je zo’n man even een bijnaam) was, dus dat heb ik gisterenavond even opgezocht: het komt erop neer dat Jan, zo'n beetje in 1770, een makkelijkere route zocht voor de Spaanse bezetter (mede religieuze reden) om van Mexico naar San Fransisco te komen. Dat moest over land omdat het via de zee, vanwege de woeste golven, te gevaarlijk was. Uiteindelijk gaat het om een route van circa 1950 kilometer. Er wordt gesteld dat de route heel belangrijk was. Heel veel plaatsen op de route hebben Spaans klinkende namen van een vrouwelijke of mannelijke heilige (Santa/San). De voertaal in ons huidige motel lijkt Spaans… gracias!

Na Santa Maria en voor Santa Barbara komt Vandenberg Village. Alvorens we in het dorp aankwamen botsten we tegen Vandenberg AFB op, wat dus Air Force Base blijkt te betekenen. Bij de incheckbalie, waar vier militairen in van de Amerikaanse uniforms aan het werk waren, vroeg de ogenschijnlijk jongste aan ons of hij ons kon helpen. Wij vertelden hem dat wij een kijkje wilden nemen op de basis en hebben hem uitgelegd dat onze achternaam hetzelfde is als de basis waarop hij werkt. Hij leek echt blij verrast te zijn en vroeg onze pasporten. Hij zou vragen aan zijn baas of dat mogelijk was, maar snel kwam hij terug met de mededeling dat geen enkele buitenlander de luchtmachtbasis mag betreden. Hij leek het echt jammer voor ons te vinden. Blijkbaar dacht hij dat we helemaal vanuit Europa speciaal naar deze basis waren gekomen en nu moest hij ons afwijzen. Als troost zodat onze vakantie niet helemaal verknalt zou worden, had hij voor ons een alternatief: “visit Solvang, a typical Dutch town” ergens 45 miles verderop. Leuke gast!

Over Vandenberg Village valt niet zo veel te vertellen. Wel leuk om overal je eigen achternaam te zien staan. Het is best groot, circa 6500 inwoners, flinke huizen, veel leuke brievenbussen (alsof er ooit een wedstrijd is geweest wie de leukste en bijzonderste had! Natuurlijk wat kiekjes genomen om aan Karina te laten zien) en best wel veel kak! Zo’n beetje het gehele dorpje rondgereden, iets gedronken in Starbucks en besloten dat we daar nooit zouden willen wonen!

Op naar Solvang, want een typisch Nederlands plaatsje willen we wel zien, toch? Rustige weg en dan plotseling….. ongelooflijk, alsof je een sprookje van Hans Anderson inrijdt, doemt daar opeens een partij huizen op in Scandinavische stijl, waarbij aan de buitenkant tussen het witte pleisterwerk overal de zware, houten balken te zien zijn. We waren met stomheid geslagen dat we in zoiets terecht zijn gekomen. Er is een kerk, school, molen en ontzettend flink veel souvenirwinkels en restaurants waar de toeristen, want die waren er ook echt heel veel, zich tegoed konden doen aan allerlei Deense merkwaardigheden. De militair had ons naar een Deense stad gestuurd: Dutch en Danish lijkt ook zoveel op elkaar, niet waar??!! Solvang is begin vorige eeuw gebouwd door Deense Amerikanen die hun leefgewoontes en tradities wilden voortzetten. Nu is het een toeristische trekpleister voor mensen die de Deense sfeer even willen proeven… bij gebrek aan beter waarschijnlijk.

We zijn nu voorbij Santa Barbara, omdat we in die stad niet zo snel een hotel/motel konden vinden. Dat is raar, want normaliter hebben we oog voor hotels/motels en spotten we die alvorens we daar behoefte aan hebben! Gisterenavond bleek dat anders… maar uiteindelijk, via de app, een leuk motel in Carpinteria, een klein kustplaatsje, gevonden. Daarna nog even gegeten in Clementines. Clementines bestaat al 30 jaar en is al zolang in handen van de oorspronkelijke eigenaar. Bij binnenkomst hadden we allebei het gevoel alsof we een familiediner aan het storen waren! Het is oubollig met schemerlampen met franjes enzo. Alles is een beetje gedateerd, ook de serveersters waren reeds van bepaalde leeftijd, gezellig van die moekes met hun opgestoken haar waardoor hun kromme ruggetjes nog meer geaccentueerd werden. Maar men verzekerde ons dat het eten niet van gisteren was. De ’s morgens gemaakte erwtensoep en gebakken pei smaakten ons overheerlijk! Ik rol straks nog het vliegtuig in….